Pieter Pot en de heks van Pluysegem

Het stuk Kontich dat grosso modo ingesloten ligt tussen Prins Boudewijnlaan, Molenstraat, Antwerpse- en Edegemsesteenweg en de grens met Edegem, was ooit het domein van Pluysegem. Al in 1250 kwam de benaming ‘Plusingahem’ voor, wat in het Frankisch zoiets betekende als ‘woning van Pluso en zijn afstammelingen’. In de middeleeuwen was het een versterkt kasteel met een massieve ronde toren, gelegen op een ‘motte’. Dat was een heuvel, gevormd door de uitgegraven aarde van de twee hoefijzervormige slotgrachten rondom. Verder waren er visputten en hoevegebouwen, want de doening moest opbrengen.

Pluysegem, beschreven in de "BRABANTIA ILLUSTRATA", 1705, p. 111

In 1427 maakte Pieter Pot er zijn ‘huysinge van plaisantie’ van, zijn buitenverblijf. Pot, in 1375 te Dordrecht geboren, was in 1415 naar Antwerpen gekomen en had een fabelachtige rijkdom verworven door zijn handel met het Oosten. Hij richtte in Antwerpen een aalmoezenhuis op dat uitgroeide tot de Sint-Salvatorsabdij. De Grote en Kleine Pieter Potstraat herinneren nog aan dit ondertussen verdwenen kloostercomplex.

Kontich Vroeger en Nu: Links de Pluysegemhoeve met haar neogotische gevel. De foto werd genomen in 1960 vanuit de Edegemsesteenweg, links naast het speelpleintje, kort vóór de afbraak in 1961. De gebouwen stonden langs de De Villermontstraat. Rechts een recenter beeld...

Pieter Pot had heel wat paarden op stal staan om over en weer naar Antwerpen te rijden. Daartoe verhoogde hij de weg naar Edegem, die toen Potsdijk gedoopt werd. Zijn erfgenamen bleven op het hof wonen en werden heren van o.a. Kontich en Waarloos. Hun opvolgers brouwden er bier, want hier moesten geen accijnzen betaald worden en in Antwerpen wel. Dat werd dan vervoerd via de lei die de familie Pot had aangelegd naar de Heerbaan of Antwerpsesteenweg. Toen was dat nog geen publieke weg maar een dreef bestaande uit vier rijen eiken: 568 in totaal! Nu is dat de Pluysegemstraat.

Vanaf 1725 begon de aftakeling: de meestertoren werd met buskruit ‘en andere instrumenten’ afgebroken. Later volgde de rest van de ruïne en in de 19de eeuw werden de slotgrachten gedempt. Mogelijk zitten er nog oude fundamenten onder de gebouwen van het vroegere ‘betonfabriekske’ De Meyer of onder de huizen langs de Pieter Potstraat, naast het Vrij Technisch Instituut.

Pluysegemhoeve en Villermontstraat rond 1925...

Enkele ‘voorgebouwen’ van het verdwenen kasteel zijn echter blijven staan tot in 1961. Links op de foto zie je nog een stuk van de vroegere paardenstal met koetshuis uit de 17e eeuw. Het monumentale gebouw rechts was de hoeve, die na een brand in 1836 acht jaar later herbouwd werd in neogotische stijl, volgens de romantische smaak van die tijd. Oudere Kontichnaars herkennen erin "d'hoef van de Schroyens".

Nog een laatste bezoek aan de Pluysegemhoeve, maart 1960, kort voor de afbraak in 1961
(slide show, 12 foto's):

Om te besluiten nog een pittige anekdote. In 1599 werd Cecilia Leemans, de boerin van de Pluysegemhoeve, voor de vierschaar gebracht. Ze werd ervan beschuldigd een heks te zijn. Typisch voor die tijd en uiteraard alleen het gevolg van ruzie en geroddel. Toch werd ze voor verder onderzoek naar Westerlo gebracht, en de uitslag was nog positief ook! Gelukkig werd ze hier niet tot de brandstapel veroordeeld. Ze moest haar toverspreuken weer ongedaan maken, en zo was iedereen weer gerust. Onze vroede voorvaderen hebben blijk gegeven van gezond verstand.

Tekst: Frank Hellemans, naar Robert Van Passens Geschiedenis van Kontich. Foto’s: Kring voor Heemkunde Kontich.
Uit Kontich Waarloos Hier en Nu, januari 2009.

En vind HIER de lijst van alle artikelen Kontich-Waarloos Vroeger en Nu.

Zoeken in onze website

Created: 27/01/2009, updated: 30/01/2019

© 2003-2019 - MuseumKontich - Alle rechten voorbehouden