... en even verder onder de smalle bruggetjes van de Reepkenslei ... ... en de Kruisschanslei. Hier is het spoortraject een lang wandel- en fietspark geworden. Vervolgens krijg je een beeld van de smalle overgang aan de Drabstraat. Je kijkt hier richting Sint-Rita, links zie je de eerste huizen van de Keizershoek, het lage huis rechts is nu afgebroken. Van de drukte die hier nu op het spitsuur heerst, is nog niks te merken! Hier beneden was een tijd lang een stopplaats. In 1929 werd die verplaatst naar de Molenbossen nabij de Groeningenlei (waar de zesde brug lag).
Vlakbij was ook de kruising met de lijn naar Boom. Langs dat spoor lagen de “beerputten”, verzamelkelders voor drek uit de stad. Hier konden de boeren de nodige bemesting voor hun akkers komen ophalen. Mijn vader vertelde dat het in zijn kindertijd een geliefkoosd speelterrein was. Maar niet zonder gevaar: tijdens een spelletje “bedot” was de jas van zijn neef (gelukkig niet de jongen zelf!) in één van de openingen gevallen. Toen hij die er met een gevorkte stok probeerde uit te vissen, zei mijn vader: “Ach, laat dat toch, die kan je toch nooit meer aandoen!”. “’k Weet het,” antwoordde de onfortuinlijke knaap, “maar mijn boterhammen zitten er nog in!”. Tekst: Frank Hellemans, met dank aan Jef Van Olmen en Robert Van Passen. Foto’s: Koninklijke Kring voor Heemkunde. Vind HIER de lijst van alle artikelen "Kontich Waarloos Vroeger en Nu".
|