HET MUSEUM VOOR
HEEM- EN OUDHEIDKUNDE
STELT VOOR ...

 

DE BEUKENDREEF EN HET KASTEEL BAUTERSEM

Ooit had Kontich een van de mooiste beukendreven van het land. Kontichse senioren, en zeker zij die zich nog de spoorwegbareel met bareelwachterhuisje van de Antwerpsesteenweg herinneren, weten hoe fier onze toenmalige volksgenoten waren op 'hun' dreef, met haar ca. 200 jaar oude, majestueuze, prachtige beukenbomen.

Ze begon rechts van de baan, ongeveer halfweg de toenmalige bareel en de al lang verdwenen hoeve van Juul Hellemans, die dicht aan de straat paalde, ongeveer waar zich nu Garage Gonthier bevindt. De Koningin Astridlaan was nog niet aangelegd en alle verkeer tussen Antwerpen en Mechelen moest nog door het dorpscentrum. Van deze dreef, een echt natuurmonument, blijft enkel nog de straatnaam 'Beukendreef' als herinnering over. Waar toen de machtige boomkruinen de weg overschaduwden staan nu villa's aan beide zijden van de straat.

In feite werd de kaarsrechte dreef aangelegd als toegangsweg van de Antwerpsesteenweg naar het kasteel 'Bautersem'. Op het einde van de straat stonden nog, tot voor enkele jaren, de twee al wat scheefgezakte poortstijlen waaraan destijds de grote traliepoorten hingen die de toegang tot het kasteeldomein afsloten.

Toen vlak voor het begin van de tweede wereldoorlog er reeds sprake was van 'rooien', misschien omdat de beuken te oud werden, kwam er van overal protest.

 

En niettegenstaande de dreef door de 'Vereniging voor Natuur- en Stedenschoon' als bijzonder waardevol was geklasseerd, moesten de reuzen in 1940 toch tegen de vlakte. Kwatongen beweren dat de bezettende Duitse Weermacht het hout nodig had voor geweerkolven! Kort voor het uitbreken van de oorlog, misschien als ultiem eerbetoon, werden foto's in volle pracht en glorie paginagroot afgedrukt op de achterflap van het nu niet meer bestaande weekblad 'Ons Land'.

Honderden Kontichnaars, evenals velen uit het omliggende, kozen toen de beukendreef als doel voor een zomerwandeling. Het was er zalig rusten op het gras en mos in de schaduw van die lieve reuzen en heerlijk kuieren door de rust van de omliggende velden en weiden. Een aardeweg vanuit de Bautersemstraat dwarste de dreef tot aan de spoorweg langs de grens met Hove, met een aftakking achter de Kontichse vakschool naar de betonfabriek De Mayer. Het was de spoorlijn die Boom, via Reet en Kontich-dorp met Kazernestatie verbond.

Hoeveel Kontichse jongens en meisjes hebben er in de dreef niet gespeeld en vakantie- en verlofdagen doorgebracht! Met trosjes trokken kinderen er in de herfst naartoe om er de lekkere beukennootjes te rapen. Honderden meter werden er met een naald aan garendraad geregen om ze later als gedroogde snoepjes op te knabbelen of door de meisjes te gebruiken als parelsnoer of armband.

Hoeveel verliefde jongelui hebben er tussen licht en donker niet hun initialen en ineengevlochten hartjes met een pijl doorboord in de gladde beukenschors gekerfd? Of er in de dreef tijdens de nachtelijke uren ook wat gebeurde, weet ik niet. Wel dat er in de tijd van de Spaanse burgeroorlog een Kontichse jonge kerel na een hevige  ruzie met zijn vader, thuis was uitgetrokken met de boodschap dat hij met ‘de Roden’ tegen Franco ging vechten. Na een drietal dagen in de omtrek te hebben rondgedoold, kwam hij afgekoeld terug thuis en zei dat hij tot aan de Spaanse grens was geweest maar het land niet binnenmocht. Later bekende hij dat hij drie nachten in de Beukendreef had geslapen.

In zijn 'Geschiedenis van Kontich' vermeldt prof. Van Passen het bestaan in 1281 van een Leen- en Laathof op een motte in Kontichbroek dat als Bautersem bekend staat. Sinds dan is er op die plaats in de loop der tijden steeds bewoning geweest. Talrijke bezitters en bewoners volgden er elkaar op, tot het kasteel in 1864 als buitenverblijf in handen kwam van Frans Karel Spruyt, een suikerraffinadeur uit Antwerpen en later door erfenis in bezit kwam van Augusta Maria Andrea Julia Spruyt, kortweg 'juffrouw Spruyt'. Sindsdien is het kasteel door de Kontichnaren nog enkel 'Hof van Spruyt' genoemd.

Op het kerkhof bevindt zich, links van de middenweg nog het grote, maar eenvoudige grafmonument, dat op een opstaande arduinsteen met witmarmeren kruis enkel 'Familie Spruyt' vermeldt. Geen enkele naam noch datum, zodat men niet kan weten wie van de familie er begraven ligt.

Tijdens de eerste wereldoorlog werd het kasteel, of een gedeelte ervan, in beslag genomen door de Duitse Ortskommandant en zijn staf, majoor von Heimburg, een edelman die kasteel en bezittingen had in het voormalige Oost-Duitsland. Door teruggevonden correspondentie in het gemeentearchief, van de majoor met zijn thuishaven, kwam prof. Van Passen, na contact met nazaten van de majoor, zelfs nog met een hoogbejaarde dochter die in Spanje verbleef, meer te weten over de man. Hij moet een goede inborst hebben gehad want hij steunde zelfs Kontichse armen.

Een delegatie nazaten von Heimburg werd later door burgemeester en schepenen op het gemeentehuis ontvangen.

Van zodra de Duitsers het kasteel in beslag hadden genomen kwam juffrouw Spruyt niet meer naar haar Kontichs bezit. Ingewijden beweerden dat deze op zijn minst eigenaardige dame het kasteel bezoedeld vond door de Duitse bezetting.

En toen begon het verval! Het niet meer bewoonde kasteel takelde af en het domein verwilderde. Daken begonnen te lekken, onkruid en bramen overwoekerden het eens zo fijn onderhouden eigendom met zijn kasteelgrachten, vijver en mooie witgeverfde ijzeren bruggetjes.

En wat voor elk verlaten gebouw geldt, was ook het lot van 't Hof van Spruyt. Ongenode gasten kwamen een kijkje nemen en namen één na één alles mee wat bruikbaar was. Meubelen, schouwen, deuren, stukken parket ... verdwenen. Het verlaten domein met zijn waterpartijen werd een waar paradijs voor jeugdige schaatsers tijdens de vroegere nog strenge winters.

Avontuurlijk aangelegde knapen verkenden het op sterven na dood kasteel. Niet zonder gevaar door de wankele vloeren en trappen. Tijdens de oorlog kwamen er zelfs Duitse militairen granaatwerpen oefenen.

Veel puin werd er door de omwonende boeren weggehaald om hun wegen te verstevigen. Uiteindelijk bleven enkel de funderingen en kelders over. Daarin gingen de stichter van de 'Kring voor Heemkunde', deken Van Herck en zijn helpers, graven en speuren en vonden er nog vele geschiedkundig waardevolle zaken o.a. scherven van het beroemde Antwerps plateel uit de 16e-17e eeuw. Veel van die zaken zijn nu nog te bezichtigen in het Museum voor Heem- en Oudheidkunde.

Thans ligt het domein er stil en verlaten bij. Het vroegere kasteel met zijn prachtige toegangsdreef, eens een parel van Konlichs dorpsschoon, is helaas niet meer!

(Lees ook het artikel "Boutersem of Hof van Spruyt".)

Fons Hermans
(Informatieblad van de gemeente Kontich, 07/2008.)

HOME

Created: 30/07/2008; Updated: 14/11/2013 © 2003-2019 - MuseumKontich - Alle rechten voorbehouden