aHET MUSEUM VOOR
aHEEM- EN OUDHEIDKUNDE
aSTELT VOOR ...

 

Contios in Vlaams perspectief

Kontich-Waarloos kent een stijgend bevolkingsaantal. Gestaag volgen wij de demografische ontwikkeling van ons land. En dat niet enkel op mensenvlak. Ook op het gebied van reuzen. Onlangs werd in Kontich-Kazerne de reus Contios geboren.

En ook hij is een exponent van de stijgende reuzenbevolking in Vlaanderen, en a fortiori in België. Wie zich daarvan wil vergewissen, geven we de raad om eens een kijkje te nemen op de website "reuzeninvlaanderen.be"

En het is bijlange nog niet gedaan, want wij hebben – zoals dat heet –

 

uit welingelichte bron vernomen dat ook Aartselaar aan een nieuwe reus denkt. Misschien zit daar wel een idee in voor een grensoverschrijdende vrijage. En je weet maar nooit wat daar van kan komen. En wat als de reuzen van dezelfde kunne zijn? Wel, waarom dan niet gaan voor een eerste reuzenhomohuwelijk? Wettelijk kan het. Maar laten we niet op de zaken vooruitlopen. Onze Aartselaarse reus moet nog worden geboren…

De laatste tijd werd me vaak gevraagd waarom reuzen plots weer in zijn. Want we kunnen echt niet om het fenomeen heen dat naast de vele geboortes van nieuwe ook de vroegere reuzen steeds meer van stal worden gehaald en in ere hersteld. En juist daarom moeten we even terug naar het verleden.

Reuzen zijn een eeuwenoud fenomeen dat over heel Europa was gekend. Reuzen waren (zijn) de uitvergroting van de mens in al zijn aspecten. Ze symboliseren vaak die strijd tussen goed en kwaad, vaak met een religieuze inslag. Tijdens de achttiende eeuw en zeker na de Franse Revolutie

 

zijn de reuzen – als waren het neanderthalers – haast geruisloos van de aardbol verdwenen.

Op enkele restgebieden na: België, Frans-Vlaanderen en Spanje. Daar leefde de traditie voort en ze houdt – met mindere periodes – stand tot op de dag van vandaag. Meer zelfs, hier en daar blijken er ook opflakkeringen te zijn in andere landen (Duitsland, Nederland, Frankrijk, …) en zelfs andere continenten (Brazilië). Hier zal echter nog moeten blijken of het eerder om eenmalige gebeurtenissen dan wel om een verankerde traditie gaat.

 

Bij ons zijn de reuzen dus nooit weg geweest, ze leidden de laatste decennia een eerder sluimerend bestaan. Niet verwonderlijk eigenlijk, omdat het aantal processies, ommegangen, stoeten, cavalcades, corso’s, braderijen, … in de tweede helft van de vorige eeuw aanzienlijk is teruggedrongen of in vele dorpen gewoon stopgezet. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat vele reuzen ofwel werden begraven, ofwel aan een lange winterslaap begonnen.

De bestaande Kontichse reuzen ondergingen een gruwelijk lot. Delen van hun onderlijf werden geamputeerd. Wat rest, kun je nu in het museum zien, maar eigenlijk is het zielig om die reuzenrestanten zo verweesd te zien inslapen. Ondertussen zijn de processies e.d. steeds vaker vervangen door parochie-, dorps- en wijkfeesten. Ja, zelfs straatfeesten maken opgang. Niet het minst, omdat je er een subsidie kunt voor krijgen. En zo krijgen onze reuzen opnieuw een kans, want reuzen horen bij feesten en feesten hoort bij reuzen. Ze geven cachet aan dat feest en dragen bij tot het verbindende groepsgebeuren.

 

Er is echter ook een onderliggende reden. En die is niet altijd even zichtbaar of evident. De reden hoeft zelfs niet in elk concreet geval te kloppen. Maar het kan te maken hebben met een identiteitscrisis.

Onze maatschappij is in een sneltreinvaart aan het veranderen van een monoculturele en homogene samenleving naar een multiculturele en diverse maatschappij. Dat gegeven is ondertussen een toetssteen voor de vermenging van culturen. Hoe gaan we ermee om? Dit fenomeen is overigens niet Vlaams of Waals of Belgisch, maar speelt in ieder geval in alle immigratielanden van Europa. Er komen overal nieuwe burgers bij. En die brengen hun gewoontes, tradities en ook normen en waarden mee.

In die optiek hebben nogal wat mensen last van het verlies van onze eigen tradities. En er zijn de laatste decennia wel heel wat van die tradities gesneuveld. Of op zijn minst aardig op de terugweg. Ik noem er hier enkele: advent, bolsporten, driekoningenzingen, schuttersgilden, Sint-Maarten, Sintegreef, sluiterkensdag, vinkenzettingen. Het zijn allemaal tradities die in Kontich en Waarloos ooit levend(ig) waren, maar nu ofwel weggedeemsterd, ofwel helemaal verdwenen zijn.

Andere feesten zijn daarvoor in de plaats gekomen. Denken we hier maar aan Halloween of secretaressedag, vaak sterk gecommercialiseerde en (uit de VS) geïmporteerde feesten. Of we weten wat de andere culturele groepen vieren. Ondertussen heeft iedereen weet van het suikerfeest.

 

In brede bevolkingslagen is men op zoek naar de/een Vlaamse identiteit. Bij een dergelijke zoektocht stoot men snel op raakpunten met het verleden, wat was er typisch Vlaams en kunnen we opnieuw promoten. En met zo’n symbool rechtstreeks op de wereld te zetten, knopen we aan bij ons eigen verleden.

En dat verleden biedt ook kansen. De reus Contios plaatste plots de schijnwerpers op Kontich in zijn vele facetten en brengt mensen samen. Om te plannen, om te organiseren, om samen te stellen, om te bouwen, om animatie te voorzien en … uiteindelijk om te feesten. Daardoor wordt het een groepsgebeuren en draagt het bij tot het smeden van nieuwe banden binnen een dorpsgemeenschap.

En daar zijn Bruno Stappaerts en zijn ploeg con brio in geslaagd. Nu volgt er echter nog een grote uitdaging. Und jetzt? Wat gaan we doen met onze Contios? Van het fysieke wegbergen tot zijn volgende optreden? Het is voor de reuzenploeg van belang dat ze dit nieuwe fenomeen kunnen “borgen”. Dat betekent dat we de reus niet enkel moeten bewaren, maar dat we hem ook moeten de zekerheid geven dat we hem kunnen veilig stellen.

 

Op die manier onttrekken we een stukje verleden via een hedendaagse creatie aan de nevelen der vergetelheid en geven het een toekomst die past bij een hedendaagse maatschappij: als culturele uitdrukking van een groep burgers in een moderne context, los van valse nostalgie.

Tot slot kunnen we het nog even hebben over de naam Contios. Naast de geleerde verklaringen van de naam Kontich, iser ook nog een andere, iets makkelijker verklaring. Volgens een volksethymologische sage zou de reus Druon Antigoon op een dag hebben willen uitkijken over het gebied dat hij beheerste.

Om een betere uitkijk te hebben stond hij daarbij met een voet op de toren van de kathedraal van Antwerpen en met zijn andere voet op de Sint-Romboutstoren in Mechelen. Na een tijdje werd hij moe en hij wou even zitten.

U raadt het al, met zijn kont zat hij precies neer waar nu Kontich is. Je hoeft het niet te geloven, maar het moest maar eens waar zijn.

Tekst: Paul Catteeuw, Kring voor Heemkunde Kontich; foto's: Kring voor Heemkunde Kontich en website gemeente Kontich.

Uit het Informatieblad van de gemeente Kontich, juli 2013.

HOME

Created: 22/11/2013
© 2003 - MuseumKontich - Alle rechten voorbehouden