HET MUSEUM VOOR
HEEM- EN OUDHEIDKUNDE
STELT VOOR ...


Het laatste Kontichse circus,
levend erfgoed?

In mei 2011 stond de rood-wit gestreepte tent van het Circus Magic nog te pronken in ons gemeentepark.

 
Directeur Bill Kartoum bekende toen in een krantenartikel dat dit optreden in Kontich, in zijn zelf rechtgezette circustent wel eens het allerlaatste kon zijn. Deze Bill stamt uit een echte circusdynastie en vult als oudste Vlaamse circusdirecteur (°1928) een belangrijk stuk Vlaamse circusgeschiedenis in sinds WO II. Net als die andere legendarische Kontichse circusfamilie Vuylsteke de Laps en hun circus Saratos (waarover later meer) koos dit circus Kontich als thuisbasis. We willen dit levende erfgoed dan ook bewaren en trokken naar Leo Verswijvel - zoals Bill officieel heet - voor een gesprek.
Circus Magic in het gemeentepark
 

De stichter van deze merkwaardige circusdynastie blijkt Jozef Verswijvel (1884-1974), alias Jef de clown, een avontuurlijke Antwerpenaar die als vijftienjarige met een schilder naar Rusland trok. Als begaafd trompettist en violist verdiende hij een goede cent met zijn muzikale clownact en versierde zo een contract bij Circus Fahrenholz.

Dit circus werd gerund door Eduard Fahrenholz, een circusartiest uit Linden bij Hannover. Deze Duitser belandde met zijn familie ca.1890 in ons land. Ze moesten het stellen met optredens in herbergen, kloosters of in open lucht. Rond 1900 liet het gezin zich verleiden voor een overtocht naar Amerika, waar Eduard een verbintenis ondertekende bij het beroemde Circus Barnum and Bailey. Samen met zijn dochtertje Louise Fahrenholz (1898-1986) als levend voorwerp vormde hij er een antipodeduo.

Vijf jaar later al keerde hij naar België terug en richtte het eigen Circus Fahrenholz op dat tot aan WO I in Europa rondtoerde. Hierin vond Louise een artiestenbestaan als trapeziste. Later trouwde ze met Antwerpenaar Louis Verswijvel, zoon van Jozef Verswijvels’ broer. Die was natiebaas en kocht hout tot in Rusland. Louise baatte nadien zelf een cinemazaal uit nabij het Centraal Station en overleed in Antwerpen. Eduard’s zoon Leonard Fahrenholz (1889-1978) trad op met een getemde stier en als clown. In de periode 1923-1925 had hij de leiding van het nieuwe Circus Harway’s met een tent van wel dertig meter diameter.

Toen dit circus werd opgedoekt, gingen Leonard en zus Louise nog enkele buitenlandse engagementen aan als trapezisten: ‘de Harway’s’. We vinden hem ook later terug als artiest in dienst van hun zus Selma in Circus Selma. Selma Fahrenholz (1894-1982) trad in het Circus Fahrenholz van haar ouders op als koorddanseres, presenteerde een vrijheidspaard en reed voltige. Selma was eerst getrouwd met Karel Alfons Vercauteren, en ze had vier kinderen: Jef, Fien, Bertha en Edouard. Enkel Jef droeg de naam Vercauteren.

Tijdens WO I werd Jozef Verswijvel de nieuwe levenspartner van Selma Fahrenholz en trouwde er later ook mee. Met Jozef kreeg Selma nog zeven kinderen: Leo (onze latere Bill Kartoum), Louis, Benoni, Selma, Louise, Leonard en Marie. Geboorten werden zoals vandaag verplicht aangegeven in de gemeente waar het circus die dag stond en zo ontstonden heel wat naamvarianten in hetzelfde gezin: Verswijvel, Verswijfel, Verswyffel en Van Swyffelen, wat later erfenisproblemen opleverde, mee veroorzaakt door minder goed ontwikkelde lees- en schrijfvaardigheden bij de kinderen. Het vele reizen had voor de kinderen uiteraard verstoorde regelmaat in de schoolplicht tot gevolg.

Samen met Jozef Verswijvel staken ze een muzikaal komisch nummer ineen als ‘Josephko and Selma’. Daarbij speelden ze op de vreemdste instrumenten, zowel in zaaltjes als in open lucht. Met hun pas gestarte kleine onderneming kregen ze echter rond 1929-1930 pech. Een pas aangeworven knecht verongelukte toen bij het verplaatsen van een wagen. Dit kostte de Verswijvels bijna hun ganse bezit. Dan maar naar Engeland met hun succesvolle muzikale act.

Terug in Vlaanderen deden ze een nieuwe poging: Circus Selma. Op kermispleinen in Vlaanderen en Wallonië traden ze op met hun clownentrees en eigen huisnummers als programmahoofdbrok. Al hun kinderen bewezen dat ze de muzikaliteit van Jozef en Selma hadden geërfd. Bill vertelt dat ze met hun achttien kinderen en schoonkinderen Circus Selma in de dertiger jaren draaiende hielden.

Rond 1942 werd vader Jozef ziek en ging het gezin in een villa wonen (Sint-Job-in-’t Goor). Eens het land bevrijd, trok zoon Jef Vercauteren, (°Borgerhout 1912) op reis met het ouderlijke Circus Selma.

 
 
Circus Selma

Het hele gezin Verswijvel vervolledigde het podiumspektakel, maar vader Verswijvel wou in 1947 absoluut zelf weer met zijn Circus Selma gaan toeren. Hierdoor moest stiefzoon Jef zijn circusnaam wijzigen in Circus Henny, later overschilderd in Circus Arena en nog later in Circus Broadway.

Ca. 1955 hielden Selma en Jozef het voor bekeken. Als ouderen gingen ze liever mee met de circussen van hun kinderen, zoals het Circus Buffalo van zoon Leo, die op een bal voor circusmensen tot jongste circusdirecteur in België werd gekroond. Daar ontmoette hij zijn eerste liefde, Anne Cordonnier, kleindochter van de al even legendarische Kontichse Petrus Vuylsteke de Laps (eigenaar van Circus Saratos).

Bill overwinterde met zijn circus voor het eerst op het vrijgekomen terrein van het toen ter ziele gegane Saratos. Begin 1957 herdoopte hij zijn circus in ‘Circus Espagnol’. Hiermee trok Leo (onze Buffalo Bill) en zijn stiefbroer Eduard het land rond. Oom Leonard (Fahrenholz), broer van hun moeder Selma werkte zelfs nog een tijdje mee terwijl hij in Schoten woonde, waar hij twee huizen bezat. Hij overleed er einde vijftiger jaren. Circus Espagnol trad op in een fantastische tent, vier masten op een rij met in het midden een grote ruimte voor een piste. De karavaan was indrukwekkend: 25 knalrode camions en wagens met in koeien van letters: Circus Espagnol. Een zware wit en blauw geschilderde wagen met verlaagde laadbodem tussen de wielen viel altijd op. Als de deur openging en wat stro naar buiten stak wist je aan twee snuivende slurven waarover het ging, de’ twee ‘Holzmüller’ olifanten voor een fantastisch programma.

Telkens als ik terugdenk aan mijn kinderjaren tussen 1955 en 1960, dan hoort daar voor mij ook het Circus Espagnol bij, omdat het vele keren overwinterde in de leegstaande loodsen en op het bijhorende weiland van Hens, geprangd tussen Transvaalstraat, Molenstraat en spoorlijn 61, nu expresbaan (sedert enkele jaren omgetoverd tot woonerf met sociale woningen).

Op vrije schooldagen liepen de kinderen uit onze buurt regelmatig naar de kooien met wilde dieren, op aanhangwagens tot in de loodsen gereden. ‘Leon van de cirk’ (zoals wij hem noemden) mikte elke middag grote lappen vlees in de kooien, behalve op vrijdag (’s vrijdags geen vlees lachte hij). Andere medewerkers stapten op kamelen rond of reden voltige te paard en gaven hen ook de nodige knabbels. Poema of tijger, slangen allerhande deden onze mond telkens openvallen van verbazing.

Midden in de wei sloeg de artiestentroep een ijzeren paal in de grond, bedoeld als winters rustpunt voor de olifant. Die was voorzien van een stevige ketting met stalen oog aan de poot. Agalev of Groen keken nog niet toe wanneer een buur langs de spoorlijn zijn tuinafval opstookte. Helaas, op een keer kroop het vuur via kurkdroog gras de berm op tot in de wei en de enorme rookontwikkeling herinnerde diezelfde olifant aan savannebranden uit zijn jeugd. Op zijn achterste poten en luid trompettend liet hij aan zijn bewakers merken dat er wel degelijk lijfsgevaar bestond met alle mogelijke menselijke paniek tot gevolg.

‘Leon’ combineerde als Big Bill zijn uiteenlopende talenten als leeuwentemmer, messenwerpende cowboy, zweepspecialist, menselijke kanonskogel en saxofonist.
Zo mocht ik ooit met vader en moeder naar het spektakel op het Sint-Jansplein. Daar genoten we bij de eerste lentekriebels samen van het kleurrijke spektakel in de tent. Big Bill zou zich als menselijke kanonkogel laten afvuren naar de nok van het circus.

Helaas, bij een eerdere voorstelling was hij blijven hangen aan de ‘piston’ onderaan in de buis die op een vrachtwagen gemonteerd stond. Zo kon hij onze voorstelling enkel ondersteund door een kruk begeleiden, één been gespalkt. Toch slaagde hij er nog in met een geweer achter zijn rug een doel te raken als scherpschutter, in de kooi als heen en weer hinkende  dompteur de leeuwen in bedwang te houden en…u gelooft het niet, als koorddanser met één been in het gips de zaal in vervoering te brengen. Als kind vond ik dit allemaal even fantastisch.
 
 
Circus Espagnol: levende kanonkogels

De voetbreuk van Leon in 1958 betekende het begin van een hele reeks tegenslagen, met inactiviteit, werkeloosheid en ten slotte faillissement van Circus Espagnol tot gevolg. In diezelfde periode bleven immers de remmen van een opligger met de kostbare circustent slepen toen ze van Scherpenheuvel terugreden naar thuisbasis Kontich. Dat leidde tot oververhitting en in Berchem vloog de aanhangwagen mèt tent effectief in brand. Er kwam een inzamelactie aan de ingang van een Antwerps grootwarenhuis. Verzekeringen voor het circus en zijn artiesten waren toen en zijn vandaag nog altijd onbetaalbaar. Enkele maanden later traden ze met een nieuwe tent in Kortrijk op, maar tijdens een vliegende storm steeg ze letterlijk op.

In 1959 verscheen nog even een nieuw circus, ‘Collins Brothers’, zelfs voor veertien dagen op het Sint-Jansplein in Antwerpen met de hele Verswijvelfamilie verenigd, maar een besmetting bij de wilde dieren ten slotte betekende de definitieve nekslag.

 

Rond 1960 verdween Leon blijkbaar van de aardbodem.

Pas veel later ontdekte ik dat deze Leon Leo Verswijvel was en nog altijd gebeten bleef door de circusmicrobe.

Met zijn talent schreef hij zich in bij een circusmanager en reisde hij met een troep artiesten de wereld rond: een optreden in een film in Soedan ‘De vier witte pluimen’ (een opstand van Tartaren tegen Moren) en in enkele spaghettiwesterns met beroemde acteurs als Bud Cassidy en Terence Hill.

Zijn internationale carrière bracht hem als messenwerper en pistoolschutter in Turkije, Irak, Koeweit, Dubai, Korea, en bezorgde hem lange tijd optredens in het Casino en de Folies Bergères van Beiroet in Libanon, in die periode ook het financiële hart van het Midden-Oosten.

Helaas moest hij er hals over kop vluchten in 1975 toen hij er - als niet-moslim - gedwongen werd mee te vechten met de falangisten tegen de moslimrebellen.

Bill Kartoum als pistolero in een western
 

Het valt op dat Bill van artiestennaam wisselde bij een nieuwe act zoals anderen van kostuum: Buffalo Bill, Big Bill, Los Pistoleros, Bill Kartoum, Pipo de Clown of de Fakir.

 

Ook de circusnamen wisselden regelmatig. Zo kon hij in het kleine Vlaanderen lange tijd succes blijven oogsten.

Vanaf 1985 werd het circus definitief ‘Circus Magic’. Hier zwaait de levende circuslegende Leo Verswijvel (alias Big Bill of Bill Kartoum) uit Kontich de plak, samen met zijn partner Patrizia Lotti die hij in het warme Italië (Rimini) had leren kennen en sindsdien de trouwe toeverlaat van Bill en zijn circus geworden is.


De discussies met Gaia en andere verantwoordelijken voor dierenwelzijn, de veeartskosten en de voedingproblemen noopten Bill en Patrizia tot een gewijzigde strategie.

Zo evolueerde hun dure programma’s met poema’s, beren, tijgers en veel internationale variété-acts naar clownerie en nummers met kleine dieren, type huis- en erfdieren. Patrizia en Bill blijven hierin centraal staan terwijl ze elk seizoen op zoek gingen naar jongleurs, evenwichtskunstenaars, clowns en krachtpatsers die hierbij konden aansluiten.

 
 
Bill Kartoum en Patrizia

Met dit circusprogramma focust Bill vandaag nog op lagere schoolkinderen, waarvoor hij trouwens ook samenwerkt met de Vlaamse Overheid.

Zo kon hij de hydraulisch uitplooibare podiumwagen van een wetenschappelijk jongerenproject overnemen en gebruiken. Helaas werd die op het Sint-Jansplein te Kontich gesaboteerd en brandde volledig af.

Ook blijft hij een vaste klant bij bejaarden: fakirnummers met zwaarden en messen wisselde hij af met ouderwets gevaarlijke nummers met zwepen en messen en evenwicht op de koord.

De laatste jaren onthouden we van hem ook het officieuze wereldrecord tenten opzetten door op één dag zowel in Lint, Edegem als Kontich de circustent recht te krijgen. TV-kijkend Vlaanderen zag Bill als legendarische messenwerper in ‘Fata Morgana’ met Sergio voor de plank.

Sinds vorig jaar echter werd Bill gedwongen om het rustiger aan te doen. Verstrikt met zijn hand en onderarm in de tomen van een paard raakte hij gewond. ‘Het is nu wel genezen, maar ik voel dat mijn hand niet meer functioneert als vroeger', legt Bill uit. 'Ik kan niet meer met messen gooien, ik kan niet meer knallen met een zweep en over een koord lopen is er helemaal niet meer bij. Ook de tent recht krijgen, wordt moeilijker en moeilijker. Ik ga dus niet meer rondreizen met de tent.' Toch zegt Bill het circusleven nog niet vaarwel. 'Optredens in scholen en rusthuizen blijven mijn lange leven. Ze mogen ook mijn tenten altijd komen huren voor alle mogelijke activiteiten en…zeker, ik wil en zal nog optreden. Van Bill Kartoum zijn ze nog niet verlost.' 

Paul Wyckmans

Dit artikel schrijven was mogelijk dank zij

  1. Gazet van Antwerpen, Het Nieuwsblad en Het Laatste Nieuws voor hun nieuwsbijdragen.
  2. Waasland Willem, 50 jaar circusherinneringen, uitgeverij Berghmans Uitgevers, Antwerpen/Apeldoorn, 1990, 126 blz.
  3. Red de Pret, Van zwieren en zwaaien, zorg voor het erfgoed van vermaak, VCM, Contactforum voor erfgoedverenigingen vzw, 2007, 54 blz.
  4. André De Poorter, Antwerpse circusartiesten, archiefbeelden, uitgeverij Tempus, The History Press, Stroud, Gloucestershire, UK, 2009, 138 blz.
Foto’s ter beschikking gesteld door Leo Verswijvel en Patrizia Lotti.

(Informatieblad van de gemeente Kontich, juli 2011)

Naschrift: Bill Kartoum was een levende legende en hij leek wel het eeuwige leven te hebben. Helaas, het kon niet zijn: op zaterdag 5 november 2016, om 23 uur, overleed de oudste circusdirecteur van Europa, 8 dagen voor zijn 88e verjaardag... (GP, 31/12/2016).

Lees ook een in memoriam en persoonlijke hommage aan Bill Kartoum, door Paul Catteeuw: "Bij het heengaan van Bill Kartoum".

Zoeken in onze website
Created: 01/07/2011, updated: 31/12/2016
© 2003-2016 - MuseumKontich - Alle rechten voorbehouden