HET MUSEUM VOOR
HEEM- EN OUDHEIDKUNDE
STELT VOOR ...


HET "OUDE" GEMEENTEHUIS VAN KONTICH IS 150 JAAR OUD

Ons "oude" gemeentehuis dateert van 1860, een periode van het ontstaan van realisme en naturalisme. In ons landsgedeelte kennen we een sterke Vlaamse bewustwording met een stijgend respect voor eigen taal (H. Conscience, G. Gezelle, P. Benoit). In de bouwkunst is de romantiek nog terug te vinden en er wordt veel van vroeger overgenomen.

In 1796 is Kontich hoofdplaats van het kanton en de zetel van het vredegerecht. Daarom moet het kunnen beschikken over een ruim gemeentehuis, dat ook plaats biedt aan een vredegerecht.

In 1812 wordt er een splinternieuw gebouw opgetrokken, waar de school (slechts één klas), het vredegerecht en de dorpsadministratie een onderkomen krijgen. Maar reeds in 1830 is dit gebouw te klein en zelfs ongeschikt, zodat de provinciale overheid opteert voor een volledig nieuw gebouw. Plannen worden getekend maar om financiële redenen… gebeurt er niets.

Wanneer men in 1852 het schoolgebouw in de Molenstraat in gebruik neemt, komt er extra plaats vrij voor het vredegerecht. Er worden subsidies aangevraagd, ook aan het departement "justitie". Voorwaarde voor de toekenning is echter de oprichting van een "gemeentegevangenis".

 
Ontwerpen worden aangepast en doen de bouwkosten tot 21.904 frank oplopen.

De eerste verdieping is volledig bestemd voor het vredegerecht, op de bovenverdieping komen de gemeentelijke diensten.

Op het gelijkvloers, met ingang onder de buitentrap, zijn drie cellen voorzien. Hiervan zijn op dit ogenblik nog duidelijke sporen terug te vinden.

Begin januari 1859 gebeurt de aanbesteding en Lenaerts, een Turnhouts aannemer, verbindt zich er toe de werken van het nieuwe raadhuis voor het vastgestelde bedrag uit te voeren. Buiten enkele kleine wijzigingen (pannen worden door schaliën vervangen) verloopt alles vlot en het jaar daarop, zou – volgens de informatie op de gedenkplaat aan de zijgevel – op 21 juli 1860 het nieuwe gebouw zijn ingewijd. In de kranten uit die periode is daar niets van terug te vinden. Wel vinden we in het gemeentelijk archief dan op 20 september 1860 architect Gife aan de burgemeester laat weten dat het werk in zijn geheel kan aanvaard en goedgekeurd worden.

Het Gemeenteplein in 1878 . Tekening Ed. Jacobs.

Daarna volgt een periode van stilte rond het gemeentehuis, maar in 1913 blijkt het gebouw opnieuw veel te klein. Een apart vredegerecht zou een oplossing zijn. De herberg "In het Gulden Hoofd", vlak achter het gemeentehuis, wordt door het gemeentebestuur aangekocht en gesloopt. Maar verdere plannen worden, door het uitbreken van de eerste wereldoorlog, afgeblazen.

Het is pas in 1924 dat het vredegerecht verhuist en er ruimte vrij komt voor de gemeentediensten. Vooraan wordt de dienst bevolking geplaatst en in het achterste deel komt het bureau van de politiecommissaris. De ingang naar dat bureau is onder de trap. In de volkmond spreekt men over politiecommissaris Ballegeer met de bewoording: "de grijze van onder de trap".

In 1927 koopt de gemeente opnieuw een oude herberg "De Roos" om er de rijksbelasting en andere diensten in onder te brengen. Rond deze tijd komt er ook meer comfort: eerst stromend water, een telefoontoestel en in 1928 elektriciteit.

Tijdens W.O. II is er opnieuw nood aan meer ruimte voor de gemeentelijke diensten. In andere gemeentelijke gebouwen worden “ontvangerij” en "werklozencontrole” geïnstalleerd en de zittingszaal van het vredegerecht wordt gebruikt door “ravitailleringdiensten”. De zittingen van het vredegerecht hebben plaats in de raadszaal van het gemeentehuis.

De bevrijdingstroepen veroorzaken schade aan het gemeentehuis: de hardstenen toegangstrap wordt door een Engelse tank aangereden. In 1946 wordt de trap in zijn oorspronkelijke vorm hersteld. De huidige, strakke leuning is er kort na 1960 gekomen.

Tijdens de volgende jaren verhuizen de gemeentediensten regelmatig. In 1960 gaat de politie naar het huis Gemeenteplein 2, en krijgt een villa  in het park ter beschikking. Zo komt er in het gemeentehuis plaats voor de bevolkingsdiensten.  Bij de verhuis van het vredegerecht (1975) naar het administratief centrum aan de Mechelsesteenweg, wordt de oude zaal van het “Gulden Hoofd” door de politie in gebruik genomen.

Vanaf de jaren 1950 leeft de idee van een nieuw gemeentehuis, maar het is pas rond 1965 dat – met dit doel - panden op de hoek van de Magdalenastraat worden aangekocht. In november 1982 heeft Kontich dan een "nieuw" gemeentehuis.

Hiermede wordt een punt gezet achter de rol van het vroegere gebouw dat enigszins meewarig als het “oud gemeentehuis” wordt bestempeld. Een ogenblik ziet het er beroerd uit voor het gebouw. Men spreekt van "slopen" om meer ruimte op het Gemeenteplein te verkrijgen en zo het nieuw gemeentehuis en de Sint-Martinuskerk beter tot hun recht te laten komen.

Voor heel wat Kontichnaars is dit plan onaanvaardbaar en met de steun van de Kring voor Heemkunde wordt het gebouw van de sloop gered. Er wordt bijgevolg voor een (tijdelijke) nieuwe invulling gezorgd. De historische raadzaal wordt het decor voor het voltrekken van huwelijken en vanaf 1985 worden 2 lokalen gebruikt als Heem- en oudheidkundig museum. Einde 2004 kan de AVRA voor zijn werking over deze lokalen beschikken en in 2008 verhuist ook het archief van de AVRA van de zolder van de A. Hansschool naar het oude gemeentehuis.

Op dit ogenblik zijn er al heel wat werken uitgevoerd die ons “oud” gemeentehuis “nieuw” leven zullen inblazen.  Zo worden binnenkort de Cultuurdienst en dienst van Toerisme geïnstalleerd. Meer informatie volgt hierover ongetwijfeld.

Bekijken we nog even het interieur. Het is pas begin twintigste eeuw dat men het gebouw gaat verfraaien. In 1902 worden de beelden van Leopold II en Maria Hendrika geplaatst en datzelfde jaar krijgt de gemeente een geschilderde kopie (door Albertus van Holsbeeck) van het beroemde schilderij van A. Van Dyck waarin Sint-Martinus zijn mantel met een bedelaar deelt.

In 1905 wil de kunstschilder J.B. Huysmans uit Hove onze raadzaal versieren met historische schilderijen. De gemeente moet enkel de kosten van verf, doeken en ander materiaal vergoeden. Dit voorstel wordt in dank aangenomen.

Huysmans maakt een aantal portretten van personen die in 1905 een functie bij het gemeentebestuur vervullen en van personen die een belangrijke plaats in de gemeente bekleden. Er worden vier bijzonder momenten uit het verleden van Kontich, tussen 1370 en 1575, uitgebeeld. Hierbij worden eveneens portretten van vooraanstaande Kontichnaren ingewerkt.

 
Merkwaardig zijn de afbeeldingen van de vier kastelen die Kontich op dat ogenblik rijk is: Groeningen, Altena,  Boutersem en Pluysegem, telkens met een ander jaargetijde als decor  en voorzien van de wapenschilden van de kasteelheren.

Aan de achterwand zien we een indrukwekkende schouw waarop het schilderij van Sint-Martinus is geplaatst.

Aan weerzijde van deze schouw vinden we: links de kathedraal van Antwerpen en het wapenschild van de provincie, rechts het gemeentehuis van Kontich en de kerk met nog de twee grote (Hollandse) zijbeuken van vóór de verbouwingen van 1929.  Ook hier het wapenschild van onze gemeente, destijds het wapenschild van de familie van de Berthouts.

De plechtige inhuldiging van deze schilderijen heeft plaats op zondag 6 augustus 1905, maar kunstenaar Huysmans zal deze inhuldiging niet lang overleven. In februari 1906 overlijdt hij te Hove.

Ward Teugels

Uit het Informatieblad van de gemeente Kontich, september 2010.

Zie ook: "Geschiedkundige schets van het oud gemeentehuis" van Prof. dr. Robert Van Passen, "Kontichse koppen een eeuw oud" en "Kontichse koppen honderd jaar oud".

HOME

Created:28/09/2010
© 2003 - MuseumKontich - Alle rechten voorbehouden