IMAGE

Bedekte hoofden en andere prentjes

1957. Onze geestelijkheid in eigentijdse klederdracht.
(Viering van het 125-jarig bestaan van Sint-Jozef)

Neen, zo lang is het uiteindelijk nog niet geleden. Iedereen boven de veertig zal het zich nog wel herinneren. De nonnen en paters die de kloosters van Kontich en Waarloos bevolkten. Voor zover wij weten moet zuster Aleydis (van Altena) nog de enige reguliere geestelijke in Kontich zijn. Maar we kunnen ons natuurlijk vergissen.

Ooit moeten dat er vele tientallen zijn geweest. Verdeeld over een achttal kloosters in Kontich en Waarloos: twee mannenkloosters en zes vrouwenkloosters. De Montfortanen in Kontich-Kazerne (en de twee broeders van Sint-Gabriël die de Montfortschool runden) en de Augustijnen in Sint-Rita enerzijds, de Zusters van de Christelijke Scholen van Vorselaar in Kontich, Kontich-Kazerne en in Waarloos, de Zusters Maricolen in een gebouw aan de Mechelsesteenweg, de Zusters Maricolen van Waasmunster en de Dominicanessen in de Drabstraat en de Dienstmaagden van de Heilige Harten van Jezus en Maria in Altena anderzijds.

Op enkele jaren tijd zijn die allemaal eerst uit het straatbeeld en uiteindelijk daarna uit Kontich verdwenen. Vermoedelijk onherroepelijk. Op minder dan een halve eeuw is het leven daardoor steeds meer gelaïciseerd, ook al zijn de bestaande en zeer succesvolle scholen (o.a. het Sint-Jozefinstituut, het Sint-Ritacollege en het Altena-instituut) nog altijd bestuurlijk aan de genoemde ordes verbonden. De reguliere geestelijken – voor zover die er nog zijn - hebben zich teruggetrokken in hun moederhuizen.

Kinderheil aka Huis Liebaers

Het loont trouwens de moeite om aan die verschillende ordes in de toekomst wat meer aandacht te schenken. Bijvoorbeeld aan de rol van de Zusters Maricolen. Zij waren gehuisvest in het huis Liebaers, hoek Duffelse- en Mechelsesteenweg, waar ze jonge kinderen opvingen die door de vrederechter waren geplaatst. De precieze rol van de zusters hierbij verdient zeker nog verder onderzoek.

In hetzelfde gebouw huurde het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn een tijdlang enkele kamers, in Kontich was deze dienst beter gekend als het Kinderheil of nog de Weeg. Deze dienst werd net als in haast alle andere gemeentes door de burgerlijke instanties ingericht en uitgeoefend door medisch geschoold personeel, geholpen door behulpzame vrijwilligers.

De Zusters Maricolen van het Kinderheil Zovele kloosters en kloosterordes in onze gemeente, hoor ik de aandachtige lezer denken en zeggen. Ja, maar uiteindelijk is dat slechts het topje van een onmetelijke ijsberg in ons katholiek Vlaanderen van de voorbije eeuwen.

Tientallen en tientallen ordes en congregaties, zowel bij mannen als bij vrouwen. Meer zelfs, het leek zo’n beetje als bij het verenigingsleven in Vlaanderen. Een vereniging wordt opgericht, er is wat onenigheid en er wordt een tegenvereniging opgericht. En vaak komt er dan nog een derde bij om de twee vorige proberen te verzoenen. Een beetje oneerbiedig natuurlijk, maar toch. Maar als we dan toch wat chauvinistisch mogen zijn, dit gebeurde toch net iets vaker bij de protestanten dan bij de katholieken.

En dat brengt ons bij een belangrijk stukje patrimonium van de heemkundige kring. De vereniging is in het bezit van een belangrijke collectie devotieprenten van allerhande slag. En eigenlijk is dat ook niet zo verwonderlijk. Sinds eeuwen heeft de prentkunst in ons gewest een grote rol gespeeld. En uiteindelijk nu nog altijd. Prentjes bij een eerste en een plechtige communie zijn nog altijd erg in. En een begrafenis zonder santje is eerder een rariteit.

Het woord santje is overigens afgeleid van het Latijnse sanctus, wat heilige betekende. Op de vroegere prentjes stond vaak een afbeelding van een heilige, absoluut in niks meer te vergelijken met de hedendaagse prentjes. Die prentjes zouden in de Nederlanden van de zestiende eeuw zijn ontstaan en waren duidelijk van katholieken huize. En zeker tot begin van de negentiende eeuw had Antwerpen een quasi wereldmonopolie op het gebied van gedrukte en/of geschilderde devotieprentjes.

Naast de beschermfunctie (tegen ziektes zoals pest of cholera) werden ze ook gebruikt als propagandamiddel bij de Contrareformatie. Bij de protestanten zijn afbeeldingen immers absoluut not done. Graveurs zoals Hiëronymus Wiericx (1559-1690) en Cornelius De Boudt (1660- ca. 1740) waren absolute toptalenten.

Heiligenprentjes zijn nu minder algemeen, alhoewel je ze toch nog op bedevaartplaatsen vindt. Maar anderzijds is de gewoonte van dergelijke prentjes ondertussen allang geen uniek katholiek gegeven meer. Ook bij een lentefeest krijg je nu vaak een prentje. En zeker bij burgerlijke begrafenissen in crematoria krijg je nu ook een santje (alhoewel de vlag hier de lading niet meer dekt) of doodsbeeldeke.

Een kleine selectie uit onze verzameling krijg je in volgende slideshow te zien.


Maar we keren terug naar de verschillende kloosterordes.

Op de onvolprezen tentoonstelling van het 75-jarig jubileum van de heemkundige kring (2018) hebben we een reeks miniaturen van kerkelijke functies en geestelijke ordes in Antwerpen tentoongesteld. Het gaat om perkamenten prentjes die met de hand zijn geschilderd. Elk exemplaar is dus uniek en vertoont lichte verschillen met andere exemplaren met hetzelfde onderwerp. Een datum hebben we niet, maar vermoedelijk werden ze rond 1740 geproduceerd. Ook de tekenaar is onbekend.

Een begeleidende tekst stelt wel: Afbeeldinge van alle de zoo genaemde geestelyke ordens met derzelver kerkelyker kleedinge in Braband te Antwerpen by Pieter Geraards op de Maire (Meir). Vierenveertig miniaturen vertegenwoordigen enkele tientallen ordes, maar de reeks is niet compleet.

Pater Susiwiet - jezuïet Pater Gelemiet - Wilhelmiet Fakes Noen - Falcontin

Deze collectie lijkt eigenlijk een beetje de Paninistickers (maar dan zonder plakboek) van de zeventiende eeuw te zijn, want raak maar eens wijs uit al die verschillende ordes en afdelingen. En al die verschillende uniformen. Op zo’n prentje vind je een geestelijke afgebeeld in zijn kledij. Even kijken en herkennen. Makkelijk toch. En bovendien vind je er ook nog hun “merk” bij. En daar vind je net vaak grappige omschrijvingen. Zo heb je in Antwerpen de paters susiwieten. Ik weet niet of je het doorhebt, maar het gaat om de jezuïeten. En wie zou er bijvoorbeeld achter gelemieten de Wilhelmieten vermoeden. Zo zijn de fakes noen geen fake nonnen, maar de Falcontinnen die tot 1784 aan het Falconplein huisden.

Quesel - kwezel Passtoer - pastoor Priester

Je komt ook te weten hoe een quesel ofte kwezel er moet hebben uitgezien. En dat valt best mee. In oorsprong was dat gewoon een geestelijke maagd. De negatieve bijklank van pilaarbijtster is pas veel later ontstaan. En je leert hoe een begijntje of een kluizenaar er hoorde gekleed te zijn...

Ioffrou Bogyn - begijn Kluysenaer - kluizenaar Pater Augusteyn - Augustijn

En zo blijkt er toen (zoals ook nu nog) een verschil geweest te zijn tussen een pastoor en een priester. De laatste is door de bisschop gewijd, hij mag de sacramenten toedienen en voorgaan in diensten. Een pastoor daarentegen is een priester die door de bisschop wordt benoemd en verantwoordelijk is voor één of meerdere parochies.

Er is ook een afbeelding van de paters Augusteynen. Net zoals de Dominicanen richten de Augustijnen zich naar de regel van Sint-Augustinus. In Kontich kennen we natuurlijk de Augustijnen als de paters die de Sint-Ritaparochie en het Sint-Ritacollege hebben gesticht. Hun rol kan in de geschiedenis van de Pierstraat en omgeving natuurlijk niet genoeg worden benadrukt omdat ze mee hun stempel hebben gedrukt op het geestelijke en culturele leven van de Sint-Ritawijk. Tot op vandaag. Voor vele Vlamingen nog altijd een belangrijk bedevaartsoord.

Maar zoek nu nog maar eens Augustijn in het straatbeeld van Kontich. Het is een hopeloze opdracht. Alhoewel, kun je voor hopeloze gevallen niet net naar Sint-Rita? Maar als je gaat, doe het dan buiten de schooluren, zodat je niet verstrikt geraakt in en tussen de horden leerlingen.

Verdere leessuggesties:
Het artikel "Schatten in Altena. Tentoonstelling 75 jaar Kring"
en ook het artikel "Santjes of devotieprentjes"

Tekst: Paul Catteeuw. Foto’s: Koninklijke Kring voor Heemkunde Kontich.
Uit het Informatieblad van de gemeente Kontich, januari 2019.

En vind HIER de lijst van alle heemkundige "Sprokkels" over Kontich-Waarloos.

Zoeken in onze website


Created: 4/12/2019

© 2003-2019 - MuseumKontich - Alle rechten voorbehouden