De aarde warmt op, de aarde koelt af. Zo is het al honderden en honderden eeuwen aan de gang. De jongste ijstijd ligt ondertussen al 12.000 jaar achter ons, en toch liepen er hier tien eeuwen eerder al mensen rond. Het waren nomaden die leefden van jacht en visvangst en onderweg ook vruchten en zaden verzamelden. Ze woonden in kuilen en hutten. Van hen vonden we pennenmessen, pijlpunten en bijlen uit silex terug.
Enkele duizenden jaren later hadden ze geleerd werktuigen uit steen, been, hoorn en hout te gebruiken en bouwden ze boerderijen waar ze langere tijd bleven wonen. De oudste sporen van bewoning in Kontich (zoals een waterput) dateren van zo’n 1600 jaar vóór onze tijdrekening: het steentijdperk was toen al lang voorbij, onze voorouders wisten nu hoe ze brons konden maken uit koper en tin. En daarna volgde natuurlijk de ijzertijd, al drong die hier blijkbaar wat later door dan elders. Van deze periode vonden we vele sporen in onze bodem terug: boerenerven, graanschuurtjes en typische begraafplaatsen van toen, de urnenvelden (zoals nog in 2006 bij het voetbalveld aan de Duffelsesteenweg).
|
Zo moet de hoeve op de Alfsberg er hebben uitgezien, bijna vijf eeuwen vóór onze tijdrekening. Later vervingen de Kelten ze door een heiligdom in open lucht. Onderaan potten en pannen uit aardewerk. |
En toen kwam Julius Caesar: hij zag dat er hier wel wat te rapen viel en overwon onze brave voorouders, de Oude Belgen, in de jaren 50 vóór Christus. Voor de bewoning betekende dat een ommezwaai.
|
|
Langs de weg die Bavay over Asse met het noorden verbond, ontstond hier een Gallo-Romeins baandorp. Het groeide uit tot een belangrijk administratief centrum voor de regio. Tussen de huidige Kauwlei en Ooststatiestraat vonden we sporen van een stenen Gallo-Romeinse tempel en van enkele straten met aan weerszijden houten gebouwen. Daarachter lagen enkele boerenerven en aan de rand van de nederzetting ontdekten we een pottenbakkersoven vol mislukte exemplaren. In het museum konden we zelfs een stukje hypocaustum reconstrueren, de centrale verwarming van die tijd.
Rond het jaar 250 van onze tijdrekening verlieten de Gallo-Romeinen het dorp om veiliger oorden op te zoeken. Ze werden immers lastig gevallen door “allochtonen”, met name onze Germaanse voorouders. Pas achthonderd jaar later zijn er weer mensen die hier sporen achterlaten, maar dan op een andere plek: daar waar nu het dorpscentrum van Kontich is. Zij gebruikten de ruïnes van het vroegere baandorp als steengroeve… |
Het Gallo-Romeinse dorp in de tweede eeuw na Christus. Bovenaan het centrum met de tempel vanuit vogelperspectief, getekend door Felix Van Ransbeeck. (Voor de maquettes werden uitsluitend natuurlijke materialen gebruikt.) |
Sinds januari is de afdeling Archeologie van ons Museum voor Heem- en Oudheidkunde vernieuwd. De Antwerpse Vereniging voor Romeinse Archeologie (AVRA) zorgde voor een verrassende metamorfose, met de nodige (financiële en logistieke) steun van de Gemeente, de Provincie en de Kring voor Heemkunde. Vooral de maquettes van de huizen in de verschillende fasen van de geschiedenis, van de prehistorie tot de Gallo-Romeinse tijd, zijn de schitterende blikvangers. Talrijke voorwerpen die we her en der in onze gemeente gevonden hebben, vervolledigen het beeld van hoe hier geleefd werd: gejaagd en gevochten, gegeten en gedronken, geweefd en gesmeed, hoe zij zich opsmukten of voor de godheden offerden, en hoe zij dat alles betaalden.
Wordt het geen tijd om (nog) eens een bezoek te brengen aan het museum? Elke zondagnamiddag van 14 tot 17 uur is er zelfs iemand aanwezig om tekst en uitleg te geven. Gratis. Waar wacht je nog op?
Tekst en foto's: Frank Hellemans en Koninklijke Kring voor Heemkunde, met dank aan aan Wim Van Craenenbroeck en Avra.
Uit: KONTICH WAARLOOS Hier en Nu, maart 2011.
Lees ook "Voorhistorische woningen weer bovengronds".
HOME