De klare lijn van Bob De Moor
Af en toe mogen we eens een zijsprongetje maken. Zoals twee jaar geleden, toen ik hier de Kontichse wortels blootlegde van iemand die burgemeester was geworden van de hoofdstad van Midden-Brabant (of zoiets). Zo zijn er nog heel wat bekende Vlamingen die een link hebben met Kontich en Waarloos.
|
|
Voor dit eerste nummer van 2015 heb ik een striptekenaar gekozen: Bob De Moor.
Geboren te Antwerpen (1925) en getogen te Mortsel. Daar zat hij in de gemeenteschool in de klas van meester De Wever, “grootvader van”… Later volgde hij les aan de Antwerpse Academie en belandde na zijn studies in een kleine tekenfilmstudio.
In 1946 viel hij op een nieuwjaarsbal voor de charmes van Jeanne De Belder (1926). Haar vader Joannes (1880-1958) was schoolhoofd van de Kontichse gemeentelijke jongensschool geweest van 1930 tot 1944 en zelf was ze ook afgestudeerd als onderwijzeres. De conservatieve man mocht echter niet weten dat zijn toekomstige schoonzoon “maar striptekenaar” was, van Jeanne moest hij “publiciteitsmedewerker” zeggen. |
<--- Een selfie van Bob De Moor |
In 1948 trouwden ze en gingen op een appartement in de Nieuwstraat 17 wonen en daarna op een appartement in de Duffelsesteenweg 14. Hij had zelf de plannen voor de inrichting getekend. In 1951 verhuisden ze naar de Jan-Frans Gellyncklaan 1 in Hove.
Ondertussen had De Moor al heel wat tekenverhalen gepubliceerd, zoals de eerste twee jaargangen van De Lustige Kapoentjes. |
|
|
De schoonvader van Bob De Moor, Joannes (Jan) De Belder (bijgenaamd de Koolbak of de Vetgilee) |
In 1950 stapte Bob De Moor over naar de studio’s van Hergé, hij werd zijn eerste assistent. Voor diens weekblad Kuifje verstripte hij De Leeuw van Vlaanderen en De Kerels van Vlaanderen van Hendrik Conscience. Hij hield zich bezig met het hertekenen van de oudste Kuifjealbums en verzorgde ook de achtergronden van de nieuwe: De Zwarte Rotsen, De scepter van Ottokar, Raket naar de maan...
Hij tekende een episode uit de reeks Lefranc van Jacques Martin. Toen Edgar P. Jacobs in 1987 stierf, werkte hij Mortimer vs. Mortimer af, het tweede deel van De Drie Formules van Professor Sato in de reeks Blake en Mortimer.
Het meest werd hij bewonderd voor zijn eigen reeks Cori, de scheepsjongen die zich afspeelt in de 16e-17e eeuw in het zeevaardersmilieu. Daarin kon hij zijn passie voor de scheepvaart prachtig tot uiting laten komen.
|
|
|
Cori, de scheepsjongen |
|
|
Toen hij in 1992 overleed, werkte zijn zoon Johan De Moor het laatste stripverhaal van die reeks af: Dali Capitain. Johan De Moor (1953) tekent zelf ook strips, onder meer Gaspard de la nuit (Kasper).
In het stripmilieu wordt Bob De Moor op één lijn geplaatst met Marc Sleen en Willy Vandersteen en op Belgisch niveau uiteraard met Hergé, de meester van de “klare lijn” – maar wel met een minder fijne pen dan Bob.
Ronald Grossey heeft een lijvige biografie geschreven: Bob De Moor – De klare lijn en de golven. Je kan het boek vinden in de bibliotheek van Kontich. |
<--- Hergé (links) met Bob De Moor |
Tekst: Frank Hellemans.
Uit KONTICH WAARLOOS Hier en Nu, januari 2015.
|