aHET MUSEUM VOOR
aHEEM- EN OUDHEIDKUNDE
aSTELT VOOR ...

 

KERMIS IN KONTICH VÓÓR DE TWEEDE WERELDOORLOG

Op het einde van de 19e eeuw werd de grote pastorietuin op het Sint-Jansplein openbaar en sindsdien worden daar jaarlijks de Kontichse kermissen (zondag na 4 juli en laatste zondag van september) gehouden. Met de aanleg van het verharde basketplein en de afgebakende parkeerplaatsen vind je nu ook een deel van de kermisattracties terug naast het oud gemeentehuis en op het Sint-Martinuspleintje.

Kontich-kermis betekende destijds heel wat! De meeste Kontichnaren hadden toen niet de mogelijkheden van nu: geen eigen auto en meestal niet de financiële middelen om op reis te gaan of elders vertier te zoeken. Voor de iets meer gefortuneerde burgers kon er misschien al een weekje naar zee of de Ardennen van af, maar daarmee was voor de meesten de kous af. Dus niet te verwonderen dat voor veel dorpelingen van toen de kermis een hoogtepunt was, een evenement waarnaar weken op voorhand werd uitgekeken.

De buurt rond het plein, met toen nog veertien herbergen, de enige cinema en twee feestzalen, was door het plaatselijke volkse ontspanningsleven wel wat gewoon, maar de kermis was toch nog andere koek! Dagen vooraf was er voor jeugd en zonnekloppers al wat te beleven. De aankomst van kramen en woonwagens en het monteren van de attracties hadden veel bekijks.

De zondag van de ''grote kermis'' na de doortocht van de processie over de feestelijk met wit zand, kleurige papiersnippers en bloemblaadjes bestrooide straten, was een groot evenement.

Iedere molen of attractie speelde zijn eigen muziek, tegen mekaar op. Een kakofonie van jewelste, maar dat scheen er ook toen al bij te horen.

De prachtigste molen van gans de kermis was ontegensprekelijk de feeërieke paardenmolen van Blondeau, die jaar na jaar op dezelfde plaats, vlak tegenover café ''De Ploeg'' werd opgesteld. De op en neer dansende, fleurig gelakte witte paardjes voor de kleintjes, en de sprookjesachtige zacht deinende ''wieg'' voor de volwassenen, in het kader van het uniek beschilderde decor vol glans en glitter en de vele spiegels, droegen ieders bewondering weg.

Een al wat ouder Kontichs koppel, met een pintje voor zich op een tafeltje, zat bijna gans de kermis op het terras van ''De Ploeg''. Van hen werd verteld dat ze zich bij het begin van de kermis een grote bokaal pekelharing aanschaften en af en toe naar hun huis in de buurt trokken om een oogje toe te doen en een paar pekelharingen binnen te spelen. Zo hadden ze een goede ''fond'' om verder pintjes te pakken en om niets van het hele kermisgedoe te moeten missen.

Naast de molen van Blondeau stond ''de rups''. Daar ging het meestal veel minder verfijnd aan toe. Niettegenstaande de toen nog strenge scheiding der geslachten bij de jeugd, waren er in de buurt dikwijls jonge pubers te vinden, durvers, met al wat dons onder de neus, die vóór de rups in beweging kwam, reeds hadden gezien in welk compartimentje van de rups de mooiste jonge meisjes zaten. Als dan de sirene ging, teken dat de kap van de rups ging dichtklappen, sprongen ze via de treeplank niet altijd zonder gevaar voor kwetsuren, mee in het compartimentje en reden zo, al dan niet met de goesting van de meisjes, in 't donker de laatste rondjes mee. Tot de kap terug open ging en ze vlug uit de vertragende rups sprongen om zich uit de voeten te maken. Dit alles natuurlijk tegen de zin van de rupsuitbater.

Vlak tegenover de rups, tegen de toen blinde muur van het Sint-Jansstraatje, kant Mechelsesteenweg, stond jaar na jaar het snoepkraam van de familie Muyldermans met zijn meest geroemde eigen gemaakte ''warmerek'' Het geheim van dit uitzonderlijke snoepgoed heeft niemand ooit kunnen ontdekken want de samenstelling zag het daglicht niet. Wel konden we zien hoe de lauwe warmerekdeeg werd gekneed en behandeld. Hoeveel mensen hebben niet staan kijken hoe vader Muyldermans in zijn kraam de zware bol warmerekdeeg over een grote blinkende haak sloeg, neer trok en terug over de haak sloeg, minuten aan één stuk. Tot de warmerek voor consumptie waardig werd bevonden. Heerlijk lekker een nog lauwe stek warmerek!

 

Aan de eerste van de lindebomen die het Sint-Jansplein omzoomden, zat veelal een Kontichse verlamde invalide man. Hij verplaatste zich op een driewieler op fietsbanden. Met de hulp van een trekhond kon hij zich daarmee snel verplaatsen.   Hij bracht ''nobbelewitjes'' aan de man, zeer in trek toen bij de jongste foorgangertjes. Het waren op boterpapier gedrupte opgedroogde nopjes van gesuikerde fijne deeg. Naast zich had hij een te bedienen draaipijl, een ''nobbelewitjes rad van fortuin'' waarmee je voor de eenheidsprijs van 25 centiem, kleine of grote aantallen ''nobbelewitjes'' kon bemachtigen.

Vlakbij stond steeds het ''Booms Gebak'' een smoutebollenkraam, waarvan de     heerlijke geur der versgebakken smoutebollen met bloemsuiker alle kermisgangers   deed watertanden.

Dikwijls was ook een reuzenschuifaf present, met veel succes bij de jeugd. Het was een houten torenconstructie van vier verdiepingen hoog. Via houten trapjes bereikte je de top. Onderweg kon men dan het ganse kermispanorama overschouwen. De   eigenlijke glijbaan was een U-vormige gladhouten glijbaan die spiraalsgewijs naar beneden ging, heel snel bovenaan en traagjes beneden. Een zitmatje neutraliseerde de wrijvingswarmte. Oppassen om de blote knieën of armen niet te verbranden.

Ook een grote zwierentouter (schommel) met schuitjes van "Zie eens hoe hoog ik durf'' en een reuzezwiermolen met zitjes aan lange ijzeren kettingen, die hoger zwierden dan de toeschouwers, waren van de partij.

En zonder schietkraam, ballenwerpkraam en kindermolentjes zou de kermis vóór   de oorlog ook niet compleet geweest zijn. Dat Kontich-kermis toen steeds veel volk trok, was in het omliggende goed geweten. Bij wijlen kon men op de foor over de koppen lopen.

En zeggen dat thans veel dorpsgenoten, die in de kermisperiode niet in het   dorpscentrum moeten zijn, niet eens meer weten dat er kermis is geweest.

Alles verandert snel in ons leven, ook de plaatselijke kermissen.

Fons Hermans

(Informatieblad van de gemeente Kontich, juli 2009.)

Zoeken in onze website
Created: 08/07/2009
© 2003 - MuseumKontich - Alle rechten voorbehouden